Dat vitamines onontbeerlijk zijn voor een goede gezondheid, is wel duidelijk. Wist u dat sommige vitamines beter in vet oplossen en andere beter in water? Dat is een van de redenen waarom wordt aangeraden om sommige voedingssupplementen bij een maaltijd te nemen. We zetten de verschillende vetoplosbare en wateroplosbare vitamines voor u op een rij.
- 13 vitamines
- Vet en water
- Welke vitamines zijn vetoplosbaar?
- Welke vitamines zijn wateroplosbaar?
- Opname in het lichaam
- Verschil tussen wateroplosbare en vetoplosbare vitamines
13 Vitamines
Vitamines zijn pas in de eerste helft van de twintigste eeuw ontdekt. Toen ontstond het besef dat voedsel bepaalde stoffen bevat die samenhangen met een goede gezondheid. De naam vitamines komt uit het Latijn. ‘Vita’ betekent ‘leven’ en ‘amine’ is een stikstofbevattende verbinding. Pas later ontdekte men dat niet alle vitamines stikstof bevatten, maar toen was het woord al volop in gebruik genomen. In totaal zijn er 13 vitamines: 4 vetoplosbare en 9 wateroplosbare.
“Elke stof lost òf op in water òf in olie”
Vet (bijvoorbeeld olie) en water vermengen zich niet. Als we ze samen in een kom doen, kiezen ze hun eigen ruimte. Dit heeft te maken met de chemische structuur van de moleculen in beide vloeistoffen. Vet en water bijeen brengen, kan alleen onder grote dwang en slechts druppelsgewijs. Op die manier ontstaan emulsies als crèmes, maar ook boter (margarine).
Elke stof lost òf op in water òf in olie. Er zijn maar weinig substanties, zoals zeep, die in beide oplossen. Voor chemici is het ongelooflijk zinvol om te weten welke stof in wat oplost. Maar ook in het menselijk lichaam is een indeling in ‘wateroplosbaar’ en ‘vetoplosbaar’ bijzonder nuttig. De indeling zegt namelijk iets over hoe goed of slecht het lichaam bepaalde stoffen kan opnemen, verwerken en daadwerkelijk voor de gezondheid kan inzetten.
“Vitamine A (of voorloper bètacaroteen), D, E en K lossen niet op in water maar in vet (olie)”
Vitamine A (of voorloper bètacaroteen), D, E en K lossen niet op in water maar in vet (olie). Dit betekent dat u voedingsmiddelen met een hoge hoeveelheid van deze vitamines alleen in combinatie met wat vet of olie dient in te nemen. Het lichaam neemt in dat geval het vet uit uw voeding op, waardoor de vetoplosbare vitamines ‘gratis’ worden meegeleverd. Als u deze vitamines met water of bij een maaltijd zonder vetstof inneemt, worden de waardevolle stoffen simpelweg uitgescheiden zonder in het lichaam hun goede werk te verrichten.
Wie bijvoorbeeld tussendoor een rauwe wortel eet, krijgt weliswaar veel bètacaroteen binnen, maar het lichaam neemt dit nauwelijks op omdat er geen vet aan te pas komt. Zodra de vetoplosbare vitamines in de stofwisseling belanden, blijven ze veel langer hangen dan de wateroplosbare varianten. Ze kunnen niet met de urine worden uitgeplast. Deze is immers waterig en niet vettig. Dit houdt in dat de vetoplosbare vitamines in het lichaam worden gebruikt, of zich daar nestelen. Houd hier altijd rekening mee.
“Wateroplosbare vitamines worden bijna allemaal snel door het lichaam uitgescheiden”
De vitamines B1, B2, B3, B5, B6, B8, B11 (foliumzuur) en B12 en vitamine C zijn wateroplosbaar. Om de hoogste opneembaarheid te bereiken, is het beter deze vitamines niet met bepaalde levensmiddelen te combineren. Inname van wateroplosbare vitamines leidt zelden tot problemen. Alleen wat betreft vitamine B6 is bekend dat deze problemen kan opleveren - doch slechts na een hoge inname gedurende langere tijd. De wateroplosbare vitamines worden bijna allemaal snel door het lichaam uitgescheiden.
“Men gaat ervan uit dat het lichaam dagelijks maximaal 3 gram vitamine C kan opnemen”
De absorptie van enkele wateroplosbare vitamines past zich aan de ingenomen hoeveelheid aan. Op die manier worden schadelijke doseringen vermeden. Het lichaam regelt dit helemaal zelf. Een bepaalde groep mensen die bijvoorbeeld meer dan 2 gram vitamine C inneemt kunnen darmklachten ervaren. Belangrijk daarbij is om te vermelden dat de niet-zure vorm van vitamine C, Ester-C, nauwelijks klachten geeft.
Dit betekent: als zich slechts kleine hoeveelheden van een vitamine in de voeding bevinden, wordt het grootste deel van deze geringe hoeveelheid opgenomen. Naarmate de ingenomen dosis toeneemt, blijft er steeds minder in het lichaam achter. De meeste wateroplosbare vitamines zijn kennelijk onschadelijk - ongeacht de dosering. Andere kunnen klachten geven, die echter meteen verdwijnen zodra met de inname wordt gestopt.
Verschillen tussen wateroplosbare en vetoplosbare vitamines:
- Absorptie: wateroplosbare vitamines komen meteen in de bloedbaan terecht. Vetoplosbare vitamines gaan eerst naar het lymfestelsel voordat ze in het bloed belanden.
- Transport: Vetoplosbare vitamines zijn altijd aan een eiwit verbonden omdat ze niet oplosbaar zijn in het bloed. Wateroplosbare vitamines bevinden zich zelfstandig in het bloed.
- Opslag: Vetoplosbare vitamines worden in het lichaamsvet opgeslagen. Wateroplosbare vitamines komen vrij voor in weefselvocht.
- Uitscheiding: Vetoplosbare vitamines blijven in het lichaam actief, omdat ze vooral in het lichaamsvet zijn opgeslagen. Wateroplosbare vitamines worden via de nieren met de urine uitgescheiden.
- Te hoge inname: Dit kan makkelijk voorkomen bij vetoplosbare vitamines. Deze worden immers opgeslagen en nauwelijks uitgescheiden. Bij wateroplosbare vitamines komt zelden een te hoge inname voor, omdat een teveel door het lichaam wordt afgevoerd.
- Behoefte: Vetoplosbare vitamines hoeven veelal niet dagelijks te worden ingenomen. Meestal is wekelijks of maandelijks voldoende. Wateroplosbare vitamines daarentegen dienen minstens elke drie dagen te worden ingenomen.
Vragen of advies?
Bij vitaminesperpost.nl treft u alle wateroplosbare en vetoplosbare vitamines aan. Wilt u weten welke voor u geschikt zijn? Aarzel niet en neem contact op met onze vriendelijke en deskundige medewerkers via tel. +31 (0)75-612 12 47 (lokaal tarief).